de premie:
De premie is vrij te bepalen: minimum 100 euro en maximum 8.17% van het (geherwaarderd) netto belastbaar beroepsinkomen van drie jaar terug, met een maximaal plafond van 3965,77 euro (2024). De premies zijn tot het door de wet bepaald bedrag integraal aftrekbaar van de hoogste inkomensschijf (marginale belastingvoet d.i. tot 50% + gemeentebelasting). Bovendien kan je deze aftrek combineren met de fiscale voordelen van andere individuele levens- en(of) pensioenverzekeringen. Combinaties met groepsverzekeringen zijn in een aantal situaties mogelijk.
Voor beginnende zelfstandigen gebeurt de berekening normaal gezien op het forfaitair netto inkomen (16.861,46 - jaar 2024), waarop zij hun voorlopige sociale bijdragen moeten betalen. Als de sociale bijdragen op een hoger geraamd inkomen worden berekend, wordt de VAPZ-bijdrage berekend op dit geraamd inkomen. De VAPZ-bijdrage 2024 op basis van het forfaitair inkomen: 1377,58 euro.
Aangezien de premies fiscaal beschouwd worden als sociale bijdragen, is het bedrag van de premies volledig aftrekbaar van het beroepsinkomen, zodat je netto belastbaar beroepsinkomen en de berekeningsbasis voor je sociale bijdragen dalen. Dit heeft op zijn beurt tot gevolg dat je minder sociale bijdragen dient te betalen. Zo recupereer je tot 65% van de premie! Op de premies dient er geen verzekeringstaks betaald te worden.
de uitkeringen:
Je kan je geld pas opvragen bij pensionering. De uitkering van het gevormd pensioenkapitaal kan geschieden onder de vorm van een éénmalig kapitaal of onder de vorm van een lijfrente, die driemaandelijks wordt uitbetaald en die -indien de verzekerde gehuwd is- overdraagbaar is op de overlevende echtgenoot. Deze keuze dient de verzekerde pas één jaar voor het moment van uitkering mede te delen aan de verzekeringsmaatschappij.
Opteert je voor de uitkering van een éénmalig kapitaal? Bij de uitbetaling van deze contracten wordt eerst een sociale afhouding uitgevoerd, berekend op het kapitaal inclusief winstdeelname, die bestaat uit een RIZIV-bijdrage van 3,55% en ook uit een bijkomende solidariteitsbijdrage tussen 0% en 2%, die wordt bepaald in functie van het uit te betalen brutokapitaal.
Na de sociale afhouding wordt ook een fiscale afhouding uitgevoerd, afgehouden van het kapitaal exclusief winstdeelname.
De fiscale afhouding verloopt via het systeem van fictieve rentes, die in de personenbelasting worden aangegeven. Hierbij wordt in het jaar van de uitkering niet het volledige kapitaal belast, maar zal de begunstigde van het kapitaal jaarlijks een welbepaald percentage van het kapitaal, de fictieve rente, moeten toevoegen aan zijn andere belastbare inkomsten van het betreffende jaar, waardoor de belasting zal gebeuren op basis van de progressieve tarieven in de personenbelasting.
De fictieve rente wordt bepaald als een percentage van bovenvermeld kapitaal. Zowel het percentage van de rente als de duurtijd van de aangifte hiervan, is in functie van de leeftijd van de begunstigde bij leven/overlijden, zoals vermeld in onderstaande tabel:
Leeftijd bij uitbetaling |
Gebruikt percentage |
Duurtijd van aangifte |
40 of minder |
1% |
13 |
41-45 |
1.5% |
13 |
46-50 |
2% |
13 |
51-55 |
2.5% |
13 |
56-58 |
3% |
13 |
59-60 |
3.5% |
13 |
61-62 |
4% |
13 |
63-64 |
4.5% |
13 |
65 of meer |
5% |
10 |
Als je effectief actief bent tot 67 jaar en de uitbetaling gebeurt vanaf 67 jaar, moet slechts 80% van deze fictieve rente aangegeven worden.
Bij de uitbetaling van het kapitaal wordt éénmalig een bedrijfsvoorheffing afgehouden. Deze bedrijfsvoorheffing bedraagt 11,11% van de eerste fictieve rente.
Kiest je echter voor een
renteuitkering dan dient deze rente eveneens aangegeven te worden als pensioen, echter voor een periode gelijk aan de werkelijke duur van renteontvangsten. De rente gevormd door de winstdeling is niet belastbaar.