Je bent hier > Handige informatie > Verkeersovertredingen en boetes      
   

Verkeersovertredingen en boetes
 
De indeling van overtredingen houdt rekening met het risico op ongevallen. Naarmate het risico op ongevallen stijgt, zal de straf die aan de overtreding gekoppeld is, strenger worden. Daarnaast zijn er de progressieve boetes voor snelheidsovertredingen. Met andere woorden, hoe hoger je de maximumsnelheid overschrijdt, des te hoger de boete.
 
Welke zijn nu de categorieën van overtredingen?
 
Overtredingen van eerste graad: overtredingen welke niet expliciet in Koninklijk Besluit werden benoemd
 
  • Niet gebruiken van richtingaanwijzers wanneer verplicht
  • Stilstaan of parkeren op het trottoir, oversteekplaatsen voor voetgangers, fietspaden .. zonder het in gevaar brengen (of geen bijzondere hinder veroorzaken) van voetgangers of fietsers
  • Parkeren of stilstaan op de rijbaan op minder dan vijf meter voor een zebrapad of een oversteekplaats voor fietsers, of op minder dan 20 meter voor verkeersborden
  • Onrechtmatig op busstrook of pechstrook rijden
  • Gedragingen inzake de inschrijving waardoor men zich aan vervolging kan onttrekken, bijvoorbeeld het inschrijvingsbewijs van het voertuig niet aan boord hebben, leesbaarheid van de nummerplaat schaden, niet tijdig terugsturen nummerplaat,...
  • Rijden met een fiets of een voertuig voor gehandicapte personen zonder verlichting wanneer het gebruik van lichten verplicht is
  • Niet afsluiten van je voertuig
  • niet reglementair ritsen
Overtredingen van de tweede graad: onrechtstreeks gevaar voor veiligheid van personen + onrechtmatig gebruiken van parkeerfaciliteiten voor personen met een handicap
 
  • Geen controle hebben over zijn voertuig of niet in staat zijn alle rijbewegingen uit te voeren
  • Gsm'en achter het stuur zonder handsfree-kit
  • Veiligheidsgordel of helm niet dragen
  • Onaangepaste snelheid, veiligheidsafstanden niet in acht nemen, abnormaal lage snelheid of onnodig plots remmen ...
  • Oranje verkeerslicht negeren
  • Rechts inhalen waar dat verboden is
  • Niet verlenen van voorrang van rechts, bij oversteken trotoir of fietspad
  • Inhalen op een overweg
  • Veiligheidsafstand vrachtwagens niet naleven
  • Achterlichtmisten niet aanzetten wanneer verplicht
  • Rijden op een weg voorbehouden voor voetgangers, fietsers en ruiters of in een voetgangerszone, als dit niet toegelaten is
  • Stilstaan of parkeren op het trottoir en binnen de bebouwde kom op de verhoogde berm, oversteekplaatsen voor voetgangers, fietspaden ... wanneer dit stilstaan of parkeren de gebruikers van die trottoirs, verhoogde bermen of fietspaden verplicht de rijbaan te gebruiken. 
  • Parkeren op een halteplaats van een tram of een bus, op een parkeerplaats voor personen met een handicap zonder speciale kaart
  • In geval van verkeersbelemmering een oversteekplaats voor voetgangers oprijden en daar blijven stilstaan
Overtredingen van de derde graad: rechtstreeks gevaar voor veiligheid van personen + die bestaan uit het negeren van een bevel van een bevoegd persoon
 
  • Geen gevolg geven aan de bevelen van een bevoegd persoon
  • Gedragingen die andere weggebruikers rechtstreeks in gevaar brengen (voorrang, kruisen, inhalen, tussenafstand, richtingsverandering)
  • Een doorlopende witte of oranje streep overschrijden
  • Op een weg voorbehouden voor voetgangers, fietsers en ruiters een andere weggebruiker in gevaar brengen of hinderen
  • geen aangepaste kinderbeveiliging of niet dragen veiligheidsgordel door kinderen
  • Rijden met een motorvoertuig zonder verlichting wanneer het gebruik van lichten verplicht is
  • Niet vertragen of stoppen indien nodig in aanwezigheid van een voertuig voor schoolvervoer terwijl kinderen in- of uitstappen
  • Een voetganger, fietser of bromfietser in gevaar brengen
  • Links inhalen van bromfiets of motorfiets
  • Een militaire kolonne, een groep scholieren, een stoet of een wielerwedstrijd doorbreken
  • Niet in acht nemen van de regels betreffende de lading
  • Het verkeersbord inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen niet in acht nemen
  • Een rood verkeerslicht negeren
  • Inhaalverbod niet naleven
  • Inhalen nabij oversteekplaats
  • Dubbel inhalen waar dit verboden is
  • Regels betreffende kruisen niet naleven
  • Fraude bij de inschrijving van de voertuigen of bij hun identificatie (vb. rijden met niet-ingeschreven voertuig, nummerplaat overdekken of behandelen, ...)
Overtredingen van de vierde graad; onvermijdelijk gevaar voor veilligheid en fysieke schade van personen
 
  • Negeren van een stopbevel van een bevoegd persoon
  • Verkeerstekens op een overweg negeren
  • Rechtsomkeer maken op een autosnelweg
  • Links inhalen bij het naderen van de top van een helling of in een bocht, wanneer het inhalen daar verboden is
  • Op een autosnelweg of een autoweg een dwarsverbinding gebruiken, keren of achteruit rijden
  • Aansporen tot overdreven snel rijden
  • Deelnemen aan snelheids- of autosportwedstrijden op de openbare weg zonder vergunning
Het bedrag van de boetes werd gewijzigd om een gradatie aan te brengen in de straffen. Op de overtredingen van de vierde graad staat een verplicht verval van het recht tot sturen van minimum 8 dagen (en ten hoogste 5 jaar)
 
Soort overtreding
Onmiddellijke inning
Boete (**)
Verval van recht tot sturen
Overtreding van de eerste graad
55 EUR
Van 60 EUR tot 1500 EUR
Neen (***)
Overtreding van de tweede graad
110 EUR
Van 120 EUR tot 1500 EUR
Facultatief
Overtreding van de derde graad
165 EUR
Van 180 EUR tot 3000 EUR
Facultatief
Overtreding van de vierde graad
450 euro of naar rechtbank (*)
Van 240 EUR tot 3000 EUR
8 dagen verplicht (tot maximum 5 jaar) (****)
 
(*) Beslissing te nemen door de Procureur des Konings. Aan personen die niet in België wonen kan de onmiddellijke inning wel worden voorgesteld.
(**) In geval van recidive bij zware overtredingen worden de boetes verdubbeld.
(***) Facultatief in geval van recidive na 3 veroordelingen.
(****) Mits nodige motivatie, kan de rechter geen verval uitspreken, of er bepaalde modaliteiten aan vast koppelen.
 
Bovenop deze boete kan een bijdrage geteld worden van 137.50 euro voor het Fonds voor Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden.
 
Bega je meer dan één overtreding tegelijk, dan kan slechts een onmiddellijke inning worden voogesteld, zolang de totale som van de inning niet meer dan 300 euro bedraagt en zolang je geen overtreding van de derde graad begaat samen met een andere overtreding van de eerste, tweede of derde graad.
 
Snelheidsovertreding
 
Zoals reeds vermeld zijn boetes voor snelheidsovertredingen progressief. Met andere woorden, hoe hoger je de maximumsnelheid overschrijdt, des te hoger de boete.
 
Overtreding
Tarief
Snelheidsovertredingen binnen de bebouwde kom, schoolomgevingen, zone 30, woonerven, erven
  • eerste 10 km/u te snel
  • 11 tot 30 km/u te snel
  • meer dan 30 km/u te snel
.
  • € 50
  • € 50 + € 10 per km/u te snel(**)
  • Naar rechtbank (*)
Snelheidsovertredingen op andere wegen
  • eerste 10 km/u te snel
  • 11 tot 30 km/u te snel 
  • meer dan 40 km/u te snel
.
  • € 50
  • € 50 + € 5 per km/u te snel(***)
  • Naar rechtbank (*)
 
(*) Beslissing te nemen door de Procureur des Konings. Normaal spreekt de rechter een verval van het recht tot sturen uit voor ten minste 8 dagen en ten hoogste 5 jaar. Mits nodige motivatie, kan de rechter geen verval uitspreken, of er bepaalde modaliteiten aan vast koppelen.
(**) Voorbeeld: 43 km/u in zone 30: ? 50 + 3 X ? 10 = ? 80
(***) Voorbeeld: 141 km/u op autosnelweg: ? 50 + 11 X ? 5 = ? 105
 
Onmiddellijke inning
 
De onmiddellijke inning is een bedrag dat de politie aan de overtreder voorstelt te betalen binnen de 10 dagen. Het bedrag van de onmiddellijke inning varieert dus naargelang van de ernst van de overtreding. Naast een overschrijving, zal een onmiddellijke inning ook met een bank- of kredietkaart kunnen worden betaald ( de politie zal immers beschikken over een ± 2000 draadloze bancontact toestellen).
 
De onmiddellijke inning is niet van toepassing als de overtreding schade heeft berokkend aan anderen, als de overtreder minderjarig is of als hij een woonplaats of vaste verblijfplaats heeft in België en er een overtreding van de vierde graad werd vastgesteld. Wie geflits wordt krijgt via een overschrijving (bevel tot betaling) de boete. Wie de zaak voor de rechter laat komen riskeert zwaardere straffen.
 
Minnelijke schikking, boetes en andere straffen
 
Als voor een overtreding geen onmiddellijke inning wordt opgelegd, kan de Procureur des Konings de overtreder een minnelijke schikking voorstellen (het bedrag van de minnelijke schikkingen wordt bepaald door de Minister van Justitie en het College van Procureurs-generaal.). De minnelijke schikking is een geldsom voorgesteld door de Procureur. Wie deze som betaalt, moet niet voor de politierechter verschijnen.
 
De Procureur kan ook een alternatieve maatregel voorstellen, zoals een opleiding of een medische behandeling. Wie dit voorstel aanvaardt, moet evenmin voor de politierechter verschijnen.
 
De boete is een van de straffen die de politierechter kan uitspreken. De wet geeft hem de mogelijkheid een boete op te leggen die lager is dan het minimumbedrag, op voorwaarde dat de overtreder kan bewijzen dat hij met financiële problemen kampt. Als de boete 2 maanden na de veroordeling nog niet betaald is, kan ze worden vervangen door een verval van het recht tot sturen van 8 dagen tot 1 maand.
 
De rechter kan ook andere straffen uitspreken. Zo kan hij de overtreder veroordelen tot het volgen van een opleiding, een medische of een psychologische behandeling, of tot een werkstraf. Hij kan ook een straf met uitstel uitspreken: in dit geval moet de overtreder de straf enkel ondergaan als hij binnen een bepaalde periode dezelfde overtreding begaat.
 
Voor zeer zware overtredingen kan de rechter ook een gevangenisstraf of een verval van het recht tot sturen opleggen. In sommige gevallen heeft hij geen keuze en moét hij een verval van het recht tot sturen uitspreken. Het gaat hier om het verplicht verval van het recht tot sturen.
 
Verplicht verval van het recht tot sturen
 
De wet bestraft de zwaarste overtredingen met het verplicht verval van het recht tot sturen. Hierdoor houdt men de gevaarlijkste bestuurders van de weg en worden de andere weggebruikers beschermd. Soms moet de veroordeelde na het verval van het recht tot sturen theorie-, praktijk-, psychologische en/of medische proeven afleggen vooraleer hij zijn rijbewijs terugkrijgt.
 
In de meeste gevallen wordt de gevangenisstraf vervangen door het verval van het recht tot sturen . De gevangenisstraf blijft echter behouden voor: vluchtmisdrijf, verhinderen van de vaststelling van overtredingen, rijden zonder verzekering, rijden ondanks een onmiddellijke intrekking van het rijbewijs of tijdens de periode van vervallenverklaring, overtredingen met lichamelijke letsels tot gevolg, ernstige gevallen van recidive.
 
Overtreding
Duur van het verval
Proeven
Overtredingen van de vierde graad
8 dagen tot 5 jaar
Facultatief
Rijden ondanks een onmiddellijke intrekking van het rijbewijs
3 maand tot 5 jaar/definitief
Facultatief
Rijden tijdens verval van recht tot sturen
3 maand tot 5 jaar/definitief
Facultatief
Vluchtmisdrijf met lichamelijke of dodelijke letsels
3 maand tot 5 jaar/definitief
Facultatief
Recidive voor rijden onder invloed van drugs
3 maand tot 5 jaar/definitief
Medisch en psychologisch
Recidive voor alcoholopname >/= 0,35 mg/l UAL (0,8 ‰)
of dronkenschap en soortgelijke toestand
na gebruik van drugs of geneesmiddelen
3 maand tot 5 jaar/definitief
Medisch en psychologisch
Dronkenschap en soortgelijke toestand na gebruik van drugs of geneesmiddelen
1 maand tot 5 jaar/definitief
Medisch en psychologisch
Recidive voor alcoholopname, dronkenschap of drugs
+ slagen en verwondingen
minimum 6 maanden
Theorie, praktijk, medisch en psychologisch
Zware overtreding, alcoholopname, dronkenschap of drugs
+ onvrijwillige doodslag
minimum 3 maanden
Theorie, praktijk, medisch en psychologisch
Recidive, alcoholopname, dronkenschap of drugs
+ onvrijwillige doodslag
minimum 1 jaar
Theorie, praktijk, medisch en psychologisch
 
De rechter kan bij verval van het recht van sturen, de kosten van herstelonderzoeken en erelonen van geneesheren en psychologen in mindering brengen van de uitgesproken geldboete.
 
Onmiddellijke intrekking rijbewijs
 
In bepaalde gevallen riskeer je bovendien de onmiddelijke intrekking van je rijbewijs. Wie in deze gevallen niet ter plaatse wordt staande gehouden, wordt door het parket onmiddellijk gedagvaard voor de politierechtbank.
 
Dit kan gebeuren:
 
  • Indien de bestuurder de vlucht neemt om zich aan de dienstige vaststellingen te onttrekken
  • Indien het verkeersongeval, dat klaarblijkelijk aan een zware fout van de bestuurder te wijten is, aan een ander ernstige verwondingen of de dood heeft veroorzaakt
  • Indien de bestuurder of de persoon die hem/haar begeleidt met het oog op de scholing, vervallen is verklaard van het recht tot het besturen van een motorvoertuig van dezelfde categorie
  • Indien de bestuurder één van speciaal opgesomde overtredingen heeft begaan
  • Indien de bestuurder een uitrusting bezit die of elk ander middel dat de vaststelling van overtredingen bemoeilijkt of verhinderd of automatische werkende toestellen opspoort
De duur van de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs bedraagt minimum 14 dagen. De Procureur des Konings kan beslissen om de duur te verlengen tot drie maand.
 
Ter info:
 
Hoe sneller je rijdt, hoe ingewikkelder de rijtaak, hoe groter het risico om fouten te maken en hoe moeilijker het wordt om gepast te reageren op fouten van anderen. Bovendien versmalt je gezichtsveld bij hoge snelheid, zodat je minder goed kunt zien wat er zich naast de rijbaan afspeelt. Onverwachte hindernissen ontwijken wordt dan erg moeilijk.
 
Hoe sneller je rijdt, hoe groter ook de afstand die je nodig hebt om te kunnen stoppen. Niemand ontsnapt immers aan de wetten van de fysica.
 
Stopafstand met een reactietijd van 1 seconde en met een auto in perfecte staat
 
 
Droog wegdek
Nat wegdek
50 km/u
27 m
33 m
70 km/u
44 m
56 m
90 km/u
66 m
86 m
120 km/u
105 m
141 m
140 km/u
137 m
186 m
 
Rijden onder invloed van alcohol of illegale drugs
 
Drinken en rijden gaan niet samen. Zelfs kleine hoeveelheden alcohol hebben steeds een nadelige invloed op het rijgedrag: het gezichtsveld vernauwt, het gecoördineerd uitvoeren van verschillende handelingen wordt moeilijker, je bent minder goed bestand tegen verblinding, de reactietijd wordt langer ...
 
Nogal logisch dat rijden onder invloed strafbaar is vanaf een alcoholgehalte van 0.5 promille in het bloed (wordt gelijkgesteld met 0.22 mg/l in de adem). Vanaf 0.8 promille zijn de straffen zelfs zeer zwaar.
 
Alcohol
Onmiddellijke inning
Boete
Verval van recht tot sturen
>= 0,22 < 0,35 mg/l UAL (1)
(>= 0,5 < 0,8 ‰)
150 EUR
Van 150 EUR tot 6000 EUR
Facultatief
>= 0,35 < 0,50 mg/l UAL
(>= 0,8 < 1,2 ‰)
400 EUR
Van 1100 EUR tot 11.000 EUR
Facultatief
>= 0,50 < 0,65 mg/l UAL
(>= 1,2 < 1,5‰)
550 EUR
Van 1100 EUR tot 11.000 EUR
Facultatief

>= 0,65 mg/l UAL

(>= 1,5‰)

Naar rechtbank
Van 1100 EUR tot 11.000 EUR
Facultatief

Weigering ademtest of bloedproef zonder geldige redenen

Naar rechtbank
Van 1100 EUR tot 11.000 EUR
Facultatief
Staat van dronkenschap of soortgelijke toestand door gebruik van drugs of geneesmiddelen
Naar rechtbank
Van 1100 EUR tot 11.000 EUR
Verplicht van 1 maand tot 5 jaar/definitief
Illegale drugs
Naar rechtbank
Van 1100 EUR tot 11.000 EUR
Facultatief
Iemand die duidelijke tekens vertoont van alcoholopname of dronkenschap aanzetten of uitdagen tot het besturen van een voertuig
Naar rechtbank
Van 1100 EUR tot 11.000 EUR
Facultatief
Iemand die duidelijke tekens vertoont van alcoholopname of dronkenschap een voertuig toevertrouwen
Naar rechtbank
Van 1100 EUR tot 11.000 EUR
Facultatief
 
(1) UAL = uitgeademde alveolaire lucht. Is niet hetzelfde als promille
 
0,5? : Wat mag ik nog drinken?
 
Het is onmogelijk een sluitend antwoord te geven op deze vraag. Alcohol heeft immers op elk individu een andere uitwerking. Zo is ook degene die drinkt de ene dag niet dezelfde man - of dezelfde vrouw - als de andere dag, het verschilt ook van weekend tot weekend.
 
Het alcoholgehalte hangt min of meer af van gekende omstandigheden, zoals:
 
  • het drinkritme en de gedronken hoeveelheid
  • het alcoholgehalte en de aard van de drank
  • het niet combineren van alcohol met water of (natuurlijk) fruitsap. Daarom tijdens een diner altijd water en wijn vragen! Drink per glas wijn steeds een glas water.
  • de zwaarlijvigheid
  • als men nuchter is 'stijgt de alcohol sneller naar het hoofd'
  • vrouwen verdragen alcohol doorgaans minder goed dan mannen
  • de leeftijd (-18 en +60 jarigen moeten opletten)
  • de gewenning (iemand die gewoon is te drinken riskeert vlugger het strafbare gehalte te overschrijden - ook al vertoont hij minder tekens van dronkenschap - dan iemand die maar af en toe drinkt, wat niet wil zeggen dat zijn gedrag veiliger is)
  • de gevoeligheid van het moment: zenuwachtigheid of stress...
 
Men begrijpt dus dat het erg riskant is om een precieze overeenkomst vast te leggen tussen het aantal gedronken glazen en de stijging van het alcoholgehalte.
 
Niettemin brengt één glas GEMIDDELD een alcoholgehalte in het bloed van:
 
0.2 ‰ voor een man van 75 kg
0.3 ‰ voor een vrouw van 60 kg
 
De alcohol wordt ongelijk door de organismen geëlimineerd ( van 0.08 ‰ tot 0.22‰ per uur). Het algemeen gemiddelde van 0.15 ‰ kan dus eveneens in twijfel worden getrokken.
 
Na al deze bedenkingen kunnen we stellen dat (zonder er een juist cijfer op te plakken) 0.5 ‰ (0.22 mg/l ual)=
 
±2 à 3 glazen (man)
±1.5 à 2 glazen (vrouw)
 
 
 

 
 
 
 
   
   
   
    Disclaimer | Privacy Charter | Belangenconflict | Duurzaamheid | Verbonden agent van DVV Verzekeringen
© 2003 - 2024 DVV Zakenkantoor BV - dvvzakenkantoor@dvv.be | Webdesign R-eBus